In de Nederlandse politiek is het niet ongebruikelijk dat kabinetten worden samengesteld uit een mix van ervaren politici en nieuwkomers. Zo ook bij het huidige kabinet, waarin veel leden behoorlijk onervaren zijn.
De vraag die rijst is: is dit een probleem? Sommigen zullen betogen van wel, omdat ervaring vaak wordt gezien als een waardevolle eigenschap in de politiek. Ervaren politici hebben immers vaak een beter begrip van hoe de politieke machine werkt, kennen de ins en outs van het beleidsproces en hebben een uitgebreid netwerk van contacten. Dit kan hen helpen om effectiever te opereren en betere resultaten te behalen.
Aan de andere kant zijn er ook voordelen verbonden aan het hebben van onervaren politici in het kabinet. Nieuwkomers brengen vaak frisse inzichten en nieuwe ideeën met zich mee, die kunnen helpen om bestaande problemen op een vernieuwende manier aan te pakken. Bovendien kunnen zij een nieuwe dynamiek in het kabinet brengen en zorgen voor een meer diverse vertegenwoordiging van de samenleving.
Het is echter wel belangrijk dat onervaren politici de nodige ondersteuning en begeleiding krijgen, zodat zij zich snel kunnen inwerken en effectief kunnen functioneren. Dit kan bijvoorbeeld door middel van mentoring door ervaren collega’s, trainingen en workshops over het politieke proces en de werking van het kabinet, en het aanbieden van advies en ondersteuning bij het ontwikkelen en implementeren van beleid.
Al met al is het dus niet per se een probleem dat veel leden van dit kabinet onervaren zijn. Het kan zelfs verfrissend en vernieuwend zijn. Maar het is wel belangrijk dat zij de juiste ondersteuning krijgen om hun potentieel te benutten en effectief te kunnen functioneren. Het is aan de premier en de rest van het kabinet om ervoor te zorgen dat dit gebeurt, zodat het kabinet als geheel succesvol kan opereren en goede resultaten kan behalen voor de samenleving.