Het kiescollege, ook wel het Electoral College genoemd, is een belangrijk onderdeel van het Amerikaanse politieke systeem. De leden van dit college, ook wel kiesmannen genoemd, spelen een cruciale rol bij het kiezen van de president van de Verenigde Staten.
Het kiescollege bestaat uit in totaal 538 kiesmannen, die elk een stem uitbrengen voor de presidentsverkiezingen. Deze kiesmannen worden gekozen door de inwoners van elke staat tijdens de verkiezingen in november. Elke staat heeft een bepaald aantal kiesmannen, dat gebaseerd is op het aantal leden van het Congres waar de staat recht op heeft.
De kiesmannen worden pas echt van belang bij de verkiezing van de president, wanneer zij in december bijeenkomen om hun stem uit te brengen. De kiesmannen stemmen op basis van de uitslag in hun staat: de kandidaat die de meerderheid van de stemmen heeft behaald, ontvangt alle kiesmannen van die staat.
Het is belangrijk op te merken dat het niet de popular vote is die bepaalt wie de president wordt, maar het aantal kiesmannen dat elke kandidaat heeft weten te vergaren. Dit heeft in het verleden geleid tot situaties waarin de kandidaat met de meeste stemmen toch niet de president werd, zoals bij de verkiezingen van 2000 en 2016.
Het kiescollege is een uniek en soms controversieel onderdeel van het Amerikaanse politieke systeem. Voorstanders van het kiescollege benadrukken dat het een belangrijke rol speelt bij het beschermen van de belangen van kleinere staten en het voorkomen van een overwicht van de grote steden. Tegenstanders vinden echter dat het kiescollege de wil van het volk niet altijd weerspiegelt en dat het systeem moet worden hervormd.
Het kiescollege blijft een belangrijk onderwerp van discussie in de Verenigde Staten, en het is een essentieel onderdeel van het proces om de Amerikaanse president te kiezen. Het is dan ook van groot belang dat inwoners van de Verenigde Staten begrijpen hoe dit systeem werkt en hoe het van invloed is op de verkiezingen.