Het Jiddische woord “mokum” komt oorspronkelijk uit het Hebreeuws en betekent letterlijk “plaats” of “stad”. In de Joodse cultuur wordt het woord vaak gebruikt om te verwijzen naar een specifieke stad of gemeenschap waar Joden wonen of hebben gewoond.
In de Nederlandse context wordt het woord “mokum” voornamelijk geassocieerd met de stad Amsterdam. De stad staat bekend om zijn rijke Joodse geschiedenis en heeft lange tijd een belangrijke Joodse gemeenschap gehuisvest. Amsterdam was een veilige haven voor Joden die werden vervolgd in andere delen van Europa, en heeft een lange traditie van Joodse cultuur en erfgoed.
De term “mokum” wordt vaak gebruikt als een liefkozende bijnaam voor Amsterdam onder zowel Joden als niet-Joden. Het symboliseert de sterke band tussen de Joodse gemeenschap en de stad, en herinnert aan de belangrijke rol die Joden hebben gespeeld in de ontwikkeling van Amsterdam als een cultureel en economisch centrum.
Vandaag de dag wordt het woord “mokum” nog steeds gebruikt om te verwijzen naar de Joodse gemeenschap van Amsterdam en de unieke cultuur die zij hebben bijgedragen aan de stad. Het herinnert ons aan de diversiteit en tolerantie die Amsterdam kenmerken als een stad waar verschillende gemeenschappen vreedzaam naast elkaar kunnen leven.
Kortom, het Jiddische woord “mokum” is meer dan alleen een term voor een stad – het is een symbool van verbondenheid, geschiedenis en identiteit voor de Joodse gemeenschap van Amsterdam en daarbuiten. Het herinnert ons eraan dat onze steden en gemeenschappen gevormd worden door de mensen die er wonen en de verhalen die zij met zich meedragen.