Op 21 juli 1831 besteeg Leopold van Saksen-Coburg-Gotha de Belgische troon als eerste koning van België. Leopold was een Duitse prins die in eerste instantie niet bekend stond als de meest voor de hand liggende keuze voor de Belgische troon.
Na de onafhankelijkheid van België in 1830, werd er gezocht naar een geschikte koning voor het nieuwe land. Verschillende kandidaten werden overwogen, waaronder ook enkele Franse prinsen. Uiteindelijk viel de keuze op Leopold van Saksen-Coburg-Gotha, die op dat moment al ervaring had als vorst van het vorstendom Bulgarije.
Leopold was een bekwaam en diplomatiek heerser, die erin slaagde om eenheid te brengen in het verdeelde België. Hij was populair onder de bevolking en wist de koninklijke familie te verbinden met de verschillende strekkingen in het land. Onder zijn bewind groeide België uit tot een stabiele en welvarende natie.
Leopold van Saksen-Coburg-Gotha regeerde als koning van België tot aan zijn dood in 1865. Hij wordt nog steeds herinnerd als een van de belangrijkste figuren uit de Belgische geschiedenis en wordt vaak gezien als de grondlegger van het moderne België. Zijn dynastie, het huis van Saksen-Coburg-Gotha, regeert nog steeds over België en heeft een belangrijke rol gespeeld in de Europese geschiedenis.