Bij lagere plantensoorten wordt de voortplantingscel ook wel een gamet genoemd. Deze gameten zijn gespecialiseerde cellen die betrokken zijn bij de voortplanting van planten. Ze komen voor in zowel mannelijke als vrouwelijke vormen en spelen een cruciale rol bij de reproductie van planten.
De mannelijke gamet bij lagere plantensoorten wordt meestal aangeduid als een zaadcel of spermatozoïde. Deze cellen zijn verantwoordelijk voor het overbrengen van het mannelijke genetische materiaal naar de vrouwelijke gamet, de eicel. De zaadcel is meestal klein en mobiel, waardoor hij zich gemakkelijk kan verplaatsen naar de eicel om deze te bevruchten.
De vrouwelijke gamet bij lagere plantensoorten wordt meestal aangeduid als een eicel of oöcyt. Deze cel bevat het vrouwelijke genetische materiaal en speelt een cruciale rol bij de voortplanting. De eicel is meestal groter en minder mobiel dan de zaadcel, waardoor deze passief blijft en wacht op bevruchting door de zaadcel.
Het proces van bevruchting bij lagere plantensoorten vindt meestal plaats door middel van wind- of insectenbestuiving. De zaadcel wordt overgebracht naar de eicel, waar de twee cellen samensmelten en een zygote vormen. Deze zygote groeit uit tot een nieuwe plant en zet het voortplantingsproces voort.
In het algemeen zijn gameten essentieel voor de voortplanting van lagere plantensoorten en spelen ze een cruciale rol bij het behoud en de verspreiding van plantenpopulaties. Het begrijpen van deze gespecialiseerde cellen en hun functies is dan ook van groot belang voor het behoud en de studie van planten.