Een stadsbuurt die geheel of grotendeels uit bouwvallen bestaat, wordt vaak aangeduid als een sloppenwijk of krottenwijk. Deze wijken zijn meestal te vinden in ontwikkelingslanden waar armoede en overbevolking een groot probleem vormen.
In een sloppenwijk wonen mensen in zeer slechte en vaak zelfgebouwde of verwaarloosde huisjes. De leefomstandigheden zijn vaak erbarmelijk, met gebrek aan schoon drinkwater, sanitaire voorzieningen en elektriciteit. De straten zijn vaak onverhard en vol met afval en puin.
De bewoners van sloppenwijken zijn vaak de armsten van de armsten. Ze hebben vaak geen toegang tot onderwijs, gezondheidszorg of fatsoenlijke werkgelegenheid. Veel mensen in sloppenwijken zijn werkloos of werken in de informele sector, zoals straatverkoop of recyclen van afval.
Sloppenwijken vormen niet alleen een probleem voor de bewoners zelf, maar ook voor de samenleving als geheel. Ze zijn vaak broedplaatsen voor criminaliteit, drugshandel en ziektes. Bovendien zijn ze vaak gevoelig voor natuurrampen zoals overstromingen of aardverschuivingen.
Het aanpakken van sloppenwijken is een complex probleem dat vraagt om een integrale aanpak. Het is belangrijk om te investeren in betere huisvesting, infrastructuur, onderwijs en gezondheidszorg in deze wijken. Ook is het belangrijk om de bewoners te betrekken bij de ontwikkeling en verbetering van hun leefomgeving.
Kortom, een stadsbuurt die geheel of grotendeels uit bouwvallen bestaat, is een teken van diepe armoede en sociale ongelijkheid. Het is belangrijk om hier aandacht aan te besteden en te streven naar een rechtvaardiger en inclusievere samenleving voor iedereen.