In het vroegere pauselijke leger stond een soldaat bekend als een Zwitserse Garde. Deze elite-eenheid werd opgericht in 1506 en bestond voornamelijk uit Zwitserse soldaten die werden ingehuurd om de paus en het Vaticaan te beschermen.
De Zwitserse Garde stond bekend om hun loyaliteit, moed en discipline. Ze waren verantwoordelijk voor de beveiliging van de paus, het Vaticaan en andere belangrijke gebouwen en personen binnen de Heilige Stoel. De soldaten van de Zwitserse Garde droegen een kenmerkend uniform bestaande uit een blauwe tuniek, een witte kraag en mouwen, een rode baret en witte kniekousen.
Naast het beschermen van de paus en het Vaticaan namen de soldaten van de Zwitserse Garde ook deel aan ceremoniële taken, zoals het bewaken van de paus tijdens publieke evenementen en processies. Ze stonden bekend om hun indrukwekkende optredens tijdens de jaarlijkse pauselijke ceremonies en vieringen.
De Zwitserse Garde werd gevormd door jonge mannen uit Zwitserland die een strenge selectieprocedure moesten doorlopen voordat ze werden toegelaten tot de eenheid. Ze moesten voldoen aan strikte fysieke en mentale eisen en werden opgeleid in gevechtstechnieken en beveiligingsprotocollen.
Hoewel het pauselijke leger en de Zwitserse Garde tegenwoordig niet meer zo prominent aanwezig zijn als in het verleden, blijft hun erfenis voortleven. De Zwitserse Garde wordt nog steeds beschouwd als een symbool van trouw en toewijding aan de paus en het Vaticaan, en hun uniform en tradities blijven een belangrijk onderdeel van de rijke geschiedenis van de Heilige Stoel.