In het vroegere pauselijke leger stond een soldaat bekend als een Zwitserse Garde. De Zwitserse Garde is een van de oudste en kleinste militaire eenheden ter wereld en heeft een lange geschiedenis van dienst aan de paus en het Vaticaan.
De Zwitserse Garde werd opgericht in 1506 door paus Julius II en bestond oorspronkelijk uit Zwitserse huursoldaten die werden ingehuurd om de paus en het Vaticaan te beschermen. Sindsdien hebben de Zwitserse Gardeleden een belangrijke rol gespeeld in het handhaven van de veiligheid en de orde binnen de muren van Vaticaanstad.
De Zwitserse Gardeleden, ook wel bekend als “papal Swiss Guard” in het Engels, dragen een opvallend uniform bestaande uit een blauw-rood gestreepte tuniek, een witte kraag, een zwarte baret en een hellebaard. Dit uniform is ontworpen door de beroemde Renaissance-kunstenaar Michelangelo en is tot op de dag van vandaag vrijwel onveranderd gebleven.
Naast hun rol als ceremoniële wacht bij de ingang van het Vaticaan en tijdens pauselijke evenementen, zijn de leden van de Zwitserse Garde ook verantwoordelijk voor de beveiliging van de paus en de pauselijke residentie. Ze ondergaan een strenge training en zijn uitstekend getraind in vechtkunsten en zelfverdedigingstechnieken.
Hoewel de Zwitserse Garde een eeuwenoude traditie heeft, is het aantal leden beperkt tot slechts 135 soldaten. Om in aanmerking te komen voor de Zwitserse Garde moet een soldaat een Zwitserse man zijn tussen de 19 en 30 jaar oud, ongehuwd zijn en het katholieke geloof belijden. De soldaten dienen meestal een termijn van twee tot vijf jaar en worden vaak beschouwd als een van de meest prestigieuze militaire eenheden ter wereld.
Kortom, de Zwitserse Garde is een unieke en eerbiedwaardige militaire eenheid met een rijke geschiedenis en een belangrijke rol in de bescherming van de paus en het Vaticaan. Hun toewijding en professionaliteit maken hen tot een van de meest gerespecteerde en bewonderde militaire eenheden ter wereld.