Het geologische tijdvak waarin ijskappen voorkomen is het Pleistoceen. Het Pleistoceen is een periode die ongeveer 2,6 miljoen jaar geleden begon en ongeveer 11.700 jaar geleden eindigde. Tijdens deze periode waren grote delen van de aarde bedekt met ijskappen en gletsjers, waardoor het klimaat veel kouder was dan tegenwoordig.
Het Pleistoceen wordt ook wel de ijstijd genoemd, vanwege de grote hoeveelheid ijs die zich tijdens deze periode op de aarde bevond. De ijskappen en gletsjers bedekten grote delen van Noord-Amerika, Europa en Azië, en zorgden voor enorme veranderingen in het landschap.
De ijstijd had ook grote invloed op het leven op aarde. Veel planten en dieren pasten zich aan de koude omstandigheden aan, terwijl andere soorten uitstierven. De menselijke evolutie vond ook plaats tijdens het Pleistoceen, en onze voorouders moesten zich aanpassen aan de barre omstandigheden van de ijstijd.
Tegen het einde van het Pleistoceen begon het klimaat langzaam te veranderen en smolten de ijskappen en gletsjers. Dit markeerde het begin van het Holoceen, het geologische tijdvak waarin we nu leven.
Het Pleistoceen is een fascinerende periode in de geschiedenis van de aarde, waarin de aarde bedekt was met ijskappen en gletsjers en het klimaat veel kouder was dan nu. Het heeft een grote invloed gehad op het landschap, het leven op aarde en de evolutie van de mensheid.