Het geologische tijdvak waarin ijskappen voorkomen: het Pleistoceen
Het Pleistoceen is een geologisch tijdvak dat begon ongeveer 2,6 miljoen jaar geleden en eindigde ongeveer 11.700 jaar geleden. Tijdens deze periode bevonden zich grote ijskappen op de aarde, waardoor het klimaat aanzienlijk veranderde en de wereldwijde temperatuur daalde.
De ijskappen die tijdens het Pleistoceen ontstonden, bedekten grote delen van Noord-Amerika, Europa en Azië. Deze ijskappen hadden een enorme invloed op het landschap, doordat ze rivieren verlegden, valleien uitsleten en bergen vormden. Daarnaast zorgden de ijskappen voor een verandering in de zeespiegel, waardoor grote delen van het vasteland onder water kwamen te staan.
Het Pleistoceen wordt ook wel de ijstijd genoemd, vanwege de grote ijskappen die de aarde bedekten. Deze periode kenmerkte zich door extreme klimaatschommelingen, met afwisselend koude en warme periodes. Tijdens de koude periodes breidden de ijskappen zich uit, terwijl tijdens de warme periodes ze weer smolten en zich terugtrokken.
Naast de ijskappen hadden de veranderingen in het klimaat tijdens het Pleistoceen ook gevolgen voor de flora en fauna. Dieren pasten zich aan aan de koude omstandigheden, terwijl planten zich verspreidden naar nieuwe gebieden. Sommige soorten stierven uit, terwijl andere juist evolueerden en zich aanpasten aan de veranderende omstandigheden.
Het Pleistoceen is een belangrijke periode in de geschiedenis van de aarde, omdat het heeft bijgedragen aan de vorming van het landschap zoals we dat vandaag de dag kennen. De ijskappen hebben sporen achtergelaten die nog steeds zichtbaar zijn, zoals gletsjervalleien, fjorden en zwerfstenen. Het Pleistoceen heeft ons ook veel geleerd over klimaatverandering en de invloed daarvan op de aarde en haar bewoners.