Op 5 mei 1945, de dag van de bevrijding van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog, sprak koningin Wilhelmina haar volk toe vanuit Londen. In haar toespraak, die bekend staat als ‘Dit Riep Koningin Wilhelmina Tegen De Regering’, uitte zij haar ongenoegen en teleurstelling over de handelswijze van de Nederlandse regering tijdens de oorlogsjaren.
De koningin begon haar toespraak met de woorden: “Ik spreek tot u als koningin van alle Nederlanders, van degenen die nu in vrijheid leven en van degenen die nog steeds onderdrukt worden door de vijand.” Met deze woorden wilde zij benadrukken dat zij zich bewust was van de moeilijke situatie waarin haar volk verkeerde en dat zij er voor hen zou blijven strijden, zelfs vanuit ballingschap.
Vervolgens richtte Wilhelmina haar pijlen op de Nederlandse regering, die tijdens de oorlogsjaren in ballingschap verbleef in Londen. Zij bekritiseerde de regering voor hun gebrek aan daadkracht en moed om het Nederlandse volk te steunen en te beschermen. Ze beschuldigde hen ervan dat zij niet genoeg hadden gedaan om het verzet te ondersteunen en om de Nederlandse bevolking te helpen tijdens de bezetting.
De koningin sprak haar teleurstelling uit over het feit dat de regering niet had geluisterd naar haar waarschuwingen en adviezen. Ze riep hen op om verantwoordelijkheid te nemen voor hun daden en om hun fouten recht te zetten. Ze benadrukte dat het belangrijk was om de waarheid onder ogen te zien en om te leren van de fouten die in het verleden waren gemaakt.
Wilhelmina eindigde haar toespraak met een oproep aan het Nederlandse volk om moedig te blijven en om samen te werken aan de wederopbouw van het land. Ze beloofde dat zij hen zou blijven steunen en dat zij er alles aan zou doen om ervoor te zorgen dat Nederland weer een vrij en welvarend land zou worden.
‘Dit Riep Koningin Wilhelmina Tegen De Regering’ is een belangrijke toespraak die de moed en vastberadenheid van koningin Wilhelmina tijdens de oorlogsjaren benadrukt. Haar woorden zijn een herinnering aan de moeilijke tijden die Nederland heeft doorstaan en aan de kracht en veerkracht van het Nederlandse volk.