In de Middeleeuwen werd de landsheer vertegenwoordigd in het bestuur en de rechtspraak door de baljuw. De baljuw was een ambtenaar die belast was met het bestuur en de handhaving van de wet in een bepaald gebied, zoals een stad of een graafschap. Hij werd aangesteld door de landsheer en was verantwoordelijk voor het handhaven van de orde en het uitvoeren van het beleid van de landsheer.
De baljuw had een aantal belangrijke taken in het bestuur en de rechtspraak. Zo was hij verantwoordelijk voor het innen van belastingen, het handhaven van de openbare orde en het uitvoeren van straffen. Hij zorgde er ook voor dat de wetten en regels van de landsheer werden nageleefd en dat geschillen tussen inwoners werden opgelost.
Daarnaast had de baljuw ook een rol in de rechtspraak. Hij trad op als rechter in strafzaken en civiele zaken en sprak recht namens de landsheer. Hij was bevoegd om straffen op te leggen en geschillen te beslechten. De baljuw had dus een belangrijke rol in het handhaven van de wet en het verzekeren van de rechtvaardigheid binnen zijn gebied.
De positie van baljuw was vaak een machtige en invloedrijke positie in de Middeleeuwen. Hij had veel autoriteit en was vaak een belangrijke adviseur van de landsheer. De baljuw was een belangrijke schakel tussen de landsheer en de inwoners van zijn gebied en speelde een cruciale rol in het bestuur en de rechtspraak.
Al met al kunnen we concluderen dat de baljuw een belangrijke functionaris was in het bestuur en de rechtspraak in de Middeleeuwen. Hij vertegenwoordigde de landsheer en zorgde voor het handhaven van de wet en de orde binnen zijn gebied. Zijn rol was essentieel voor het functioneren van het bestuur en de rechtspraak in die tijd.