In de sport van judo, worden punten toegekend aan de judoka’s op basis van hun prestaties tijdens een wedstrijd. Een vol punt, ook wel bekend als een ippon, is de hoogste score die een judoka kan behalen en wordt toegekend wanneer een judoka zijn tegenstander op een gecontroleerde en krachtige manier werpt, houdt of controleert, waarbij de tegenstander met zijn volle rug op de mat landt.
Een ippon is een zeer gewaardeerde score in judo en kan een wedstrijd direct beëindigen, aangezien een judoka die een ippon scoort automatisch de winnaar wordt. Het behalen van een ippon vereist niet alleen technische vaardigheid, maar ook kracht, snelheid en timing van de judoka.
Naast een ippon zijn er ook andere manieren om punten te scoren in judo, zoals waza-ari (half punt) en yuko (kwart punt). Deze punten worden toegekend voor succesvolle technieken die niet voldoen aan de criteria voor een ippon, maar nog steeds worden beschouwd als waardevolle scores.
Het behalen van een vol punt in judo is een prestatie die vaak wordt gevierd en bewonderd door zowel de judoka’s zelf als het publiek. Het is het resultaat van jarenlange training, toewijding en doorzettingsvermogen, en symboliseert de vaardigheid en kracht van de judoka die het weet te bereiken.
Kortom, een vol punt bij judo staat bekend als een ippon en is de hoogste score die een judoka kan behalen door zijn tegenstander op een gecontroleerde en krachtige manier te werpen, houden of controleren. Het behalen van een ippon is een teken van uitmuntendheid en vaardigheid in de sport van judo en wordt terecht gevierd als een indrukwekkende prestatie.